De prijzen die ondernemingen betalen voor overnames zijn gestegen tot het hoogste niveau sinds de internetboom eind jaren 90. Dat is een teken van vertrouwen, zeggen bankiers, maar ook een risico dat kopers hun investeringen niet kunnen terugverdienen wanneer de economische groei tegenvalt en op termijn financieel in de knel komen.
De historisch lage rente en aantrekkende economie hebben niet alleen de volumes in de fusie- en overnamemarkt opgedreven tot niveaus die na het faillissement van zakenbank Lehman Brothers in 2008 niet meer zijn gezien. Cijfers van dataleverancier Dealogic laten zien dat bedrijven wereldwijd nu gemiddeld ruim twaalf keer de brutowinst neertellen om hun prooi in te lijven, het hoogste prijsniveau in vijftien jaar. In de VS ligt de gemiddelde overnamesom zelfs op meer dan veertien keer de brutowinst, terwijl de zogeheten ‘multiple’ in Europa op vlak onder de twaalf blijft steken. Ook gemeten naar de premies die bij acquisities worden betaald op de beurskoers (wereldwijd gemiddeld zo’n 25%) zijn de overnamesommen relatief hoog.
Hoogte bedrijfswinsten
‘De bedrijfswinsten zijn redelijk op peil gebleven in de voorbije crisisjaren, dus ondernemingen hebben veel cash nu de economische vooruitzichten verbeteren’, zegt Vincent Oomes, partner bij Deloitte en adviseur bij multinationals. ‘Bovendien kunnen bedrijven gemakkelijk en goedkoop lenen door de lage rente, eigenlijk precies zoals in 2007. Kortom, er is veel geld op jacht naar een beperkt aantal deals. Dat drijft de prijzen op.’
Veel ondernemingen hebben gewacht tot de economie voorzichtig aantrok om eerder gemaakte overnameplannen uit te voeren, stelt hoogleraar corporate finance en governance Kees Cools. ‘Maar dan ben je vaak al te laat. Het risico is dat overnames te duur worden betaald en er op termijn scherpe kostenbesparingen nodig zijn om de investering alsnog terug te verdienen.’
Bron: Kooiman, J., 13 april 2015, Bedrijven betalen weer grof voor overnames, fd.nl.