De 100 meest gestelde vragen bij bedrijfsoverdracht, vraag 88 van 100
In een bedrijfsovername zijn overnamedatum en leveringsdatum twee verschillende begrippen, die vaak op verschillende tijdstippen plaatsvinden. Nadat in het vorige bericht in is gegaan op de overnamedatum, wordt hieronder verder ingegaan op de leveringsdatum.
De definitie van leveringsdatum is, bij bedrijfsoverdracht, de datum waarop de onderneming juridisch aan koper wordt overgedragen. Op de leveringsdatum – ook wel transportdatum, juridische overdracht of levering van aandelen genoemd – wordt de koper juridisch eigenaar. De leveringsdatum ligt meestal na de overnamedatum. De overnamedatum is namelijk het moment waarop het economisch eigendom overgaat naar koper.
Bijvoorbeeld: XYZ B.V. wordt verkocht per 1 januari 20XX, de koopovereenkomst wordt ondertekend en de levering van aandelen geschiedt op 20 april 20XX. Dit betekent dat verkoper zijn onderneming effectief per 1 januari 20XX verkoopt, het economisch eigendom overgaat per 1 januari 20XX en het juridisch eigendom transporteert op 20 april 20XX. De resultaten behaald over de periode 1 januari tot en met 20 april zijn, indien er geen aanvullende afspraken zijn gemaakt, voor de koper.
Vanuit het perspectief van verkoper moge het duidelijk zijn dat indien de overdrachtsdatum bijvoorbeeld gesteld is op 1 januari van het lopende boekjaar, en de leveringsdatum veel later in het lopende boekjaar ligt, verkoper hier problemen mee kan hebben. Hij zal in dat geval namelijk het gevoel hebben dat hij voor koper ‘aan het werk is’, omdat het resultaat van dat lopende boekjaar aan koper ten goede komt en niet aan verkoper.
Verkoper doet er in dit soort situaties verstandig aan om te bepalen dat als de levering niet uiterlijk op een van te voren bepaalde datum plaatsvindt, de overdrachtsdatum wordt opgeschoven en verkoper gerechtigd is tot het resultaat van de onderneming vanaf de oorspronkelijke overdrachtsdatum tot aan een latere te bepalen overdrachtsdatum. Verstandig is dan om hierbij te bepalen dat verkoper alsdan ook gerechtigd is om een interim-dividend uitkering te doen over die periode.
Voor koper is het van belang op te nemen wat verkoper vanaf de overnamedatum tot aan leveringsdatum wel en niet mag doen. Voorbeelden van “niet mogen doen” zijn het uitkeren van dividend, verkoop van activa, aangaan van financieringen, doen van grote investeringen of het beschadiging van de belangen van de onderneming.
Kortom het is van essentieel belang dat verkoper en koper in de intentieovereenkomst duidelijk vastleggen wanneer overname en transport plaatsvinden en op welke wijze zij omgaan met de tussenliggende periode.